James Cooke is één van de populairste presentatoren van ons land. De man wordt door de Vlamingen op handen gedragen, maar dat is niet altijd zo geweest. Hij heeft altijd hard moeten werken om iets te bereiken.
“Ik heb er áltijd voor moeten werken, want we hadden het niet breed. Wilde ik 50 frank voor de kermis, dan zei mama: ‘Dan moet je auto’s wassen in de wijk’. Noem een job en ik heb ze gedaan. We waren niet arm, zeker niet, maar wij konden niet zot doen. Maar Fleur en ik wilden af en toe wél eens zot doen. Dus ging we in de weekends werken. Mijn zus in een bakkerij, ik gaf zaterdagnamiddag musicalles en werkte daarna in het café tot middernacht. En zondag stond ik in de videotheek tot één uur ’s nachts. Maandag zat ik weer in de les op het conservatorium”, blikt hij terug in Dag Allemaal.
Er zijn veel mensen die James inspireren in het leven. Zo heeft hij veel bewondering voor de Coppens-broertjes of David Ottenburgh.
“Niet veel kennen hem, maar hij zit mee achter ‘De Verraders’ en ‘Tegen De Sterren Op’. Of Tim Van Aelst. Dat zijn mensen die mij uitdagen. Zo van: ‘Kom maar uit je hoekje, kerel, want wij zijn hier ook en hebben topideeën.”
