Roos Van Acker vertelt in Dag Allemaal dat ze al een tijdje een therapeut bezoekt. “Toen ik een tiener was, lachten mijn ouders daar nog mee. ‘Waarom zou jij een psycholoog nodig hebben?’ Die mentaliteit”, gaat Roos van start. “Maar ’t helpt mij. Ook al babbel ik er over de onnozelste dingen, weten dat er een professional naar je luistert, doet veel.”
Wanneer de reporter vraagt of de radiostem met gemengde gevoelens terugkijkt naar haar kindertijd, geeft ze aan dat ze altijd alles mocht doen wat ze wou. “Vooral mama stimuleerde dat, ze was kleuterjuf. Lessen voordracht, dictie, toneel, scouts, muziekschool, turnen, karate, jiujitsu: alles kon, als ik het maar niet te snel opgaf. Op die manier werd het al snel duidelijk dat ik iets met taal zou gaan doen.”
De vader van Roos was iets strenger dan haar moeder zo blijkt. “Zeker wat betreft onze uitspraak. Dat was best lastig, want als je een fout maakte, zwaaide er wat. Dus ja, hij was streng. En niet alleen op taalvlak. Ook als ik aan het bellen was, bijvoorbeeld. ‘Papa zal de rekening wel betalen!’, kreeg je dan te horen. De verwarming die onnodig aan stond, nog zoiets. Zodra ik op m’n eigen appartementje woonde in Mechelen heb ik de verwarming meteen volle bak gezet. Tot ik de rekening kreeg, natuurlijk.”