In ‘De rugzak’ kan de kijker een hoogst zeldzaam moment zien waar ze Xavier Taveirne zien vloeken. Erg ongewoon aangezien het tv-gezicht naar eigen zeggen zelden emotie uit.
“Maar ik was fysiek op, we moesten de berg op, en ik wou niet opgeven”, verklaart Xavier in Het Laatste Nieuws. “Als kind was ik, zo rond mijn twaalf, een dikkerdje. Ik had ‘piekjeshaar’, een bril, had acne en werd bij de les lichamelijke opvoeding uitgelachen door de leerkracht omdat ik als laatste werd gekozen. Je kan de dikke jongen wel veranderen, maar de dikke jongen blijft altijd in je zitten. Ik had, daar op die berg, iets te bewijzen aan die jongen van twaalf.”
Opgeven is trouwens iets wat nooit in het woordenboek van het tv-gezicht heeft gestaan. “Ik heb in mijn leven maar één keer de handdoek gegooid, dat was toen ik ‘De zevende dag’ presenteerde. Na vier maanden heb ik gezegd: ‘Ik zal het seizoen nog uitdoen, maar ik word hier ongelukkig van, ik wil ermee stoppen.’ Op woensdag begonnen wij de uitzending van zondag voor te bereiden, maar ik was dagelijkse deadlines gewend, hoe kon ik op woensdag al bezig zijn met iets voor zondag? Waar moest ik die motivatie halen? Ik dacht: laat mij er gewoon op vrijdag aan beginnen, en dan knal ik, zonder te slapen, door tot zondag. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Ik heb tegen mijn bazen gezegd: ‘Ontsla me maar, ik snap het. Stuur maar een persbericht de wereld in: Ontrouwe hond stapt op bij ‘De zevende dag’.’ Ik had het met plezier ondertekend.”